Gemeenten in Zuidoost-Friesland kunnen, samen met De Fryske Marren, 30.000 tot 35.000 extra woningen bouwen als de aanleg van de Lelylijn doorgaat.
Dat schrijven de gemeenten in een gezamenlijke brief aan de provincie. De gemeenten haken zo aan bij het ‘Deltaplan voor het Noorden’, dat de Tweede Kamer eind vorig jaar aannam.
Het gaat om Smallingerland, Heerenveen, Opsterland, Oost- en Weststellingwerf. De Fryske Marren heeft de brief niet ondertekend, maar het woningtal is wel met deze gemeente afgestemd. De colleges van Smallingerland en Heerenveen noemen elk concreet dat ze ieder 10.000 extra woningen zouden kunnen bieden, de andere gemeenten noemen nog geen getal.
Het kabinet moet samen met de noordelijke provincies een totaalplan maken dat inspeelt op de mogelijke komst van de Lelylijn. Die zorgt voor extra banen, maar Noord-Nederland als geheel moet ook 100.000 extra huizen bouwen om de Randstad te ontlasten.
Leeuwarden deed begin deze maand al een duit in het zakje: hier kunnen wat het college betreft vijf- tot tienduizend extra woningen verrijzen. Dat zorgde voor onrust in andere Friese gemeenten, die ook hun eigen bouwambities hebben.
Eerst alleen gesprekken met grote gemeenten
Tot een paar weken terug spraken de drie noordelijke provincies alleen met de grote gemeenten Leeuwarden, Groningen, Assen en Emmen over het komende Deltaplan. Wethouders Jaap van Veen van Heerenveen en Robin Hartogh Heys van Smallingerland trokken daarom aan de bel.
De woningbouwplannen zijn immers verweven met de Lelylijn, waarvan het tracé door Zuid-Friesland zal lopen. De provincie nodigde de gemeenten daarom uit om zelf ook met een ‘bod’ te komen.
De plannen worden nog besproken met de gemeenteraden.