Eindelijk was-ie er, woensdagochtend: de uitkomst van de enquête van het Fries Sociaal Planbureau (FSP) onder 3000 Friezen over de komst van de Lelylijn en het ‘Deltaplan voor het Noorden’. Voor het eerst spraken niet politici en bestuurder zich uit over de zelfbedachte plannen, maar inwoners van Friesland.
De uitkomsten van het FSP-onderzoek geven een nieuwe dimensie aan de politieke discussie over de komst van de Lelylijn. Wat het onderzoek duidelijk maakt is dat de mening van de Fries een stuk genuanceerder is dan de standpunten van voorstanders en tegenstander in onder meer Provinciale Staten.
Waar in het politieke debat de nadruk ligt over de kwaliteit van het wonen in de provincie, stellen de ondervraagden daar geen zorgen over te hebben. Ook over de sociale samenhang in dorpen en wijken verwachten Friezen geen verslechtering bij de komst van de Lelylijn en de bijbehorende woningbouw.
25.000 woningen zijn genoeg
Want woningen, die moeten er komen, zeggen de 3000 ondervraagden. Het liefst voor huidige inwoners van Friesland die op huizenjacht zijn, maar ook voor huizenzoekers van buiten de provincie.
Maar het moeten niet te veel woningen worden en ze moeten eerlijk worden verdeeld, zeggen ze ook. Waar bestuurders in Fryslân nogal eens strooiden met getallen als 40.000 woningen, zeggen de ondervraagden in meerderheid dat maximaal 25.000 nieuwe huizen genoeg zijn.
De nieuwe huizen en de Lelylijn werken bij het tegengaan van vergrijzing en ontgroening. Fryslân kampt met een bevolkingsdaling die zich lang zal doorzetten. De Lelylijn en de nieuwe huizen kunnen een medicijn zijn tegen de natuurlijke leegloop in de provincie.
FOTO: Niels de Vries